Het begon allemaal met de wens om mensen te beschermen tegen verontreinigde lucht. Met de geplande bouw van nieuwe kerncentrales in Zweden zijn er kwalitatief hoogwaardige luchtfilters nodig. In Europa waren waren er op dat moment echter geen luchtfilters beschikbaar die voldeden aan de kwaliteitseisen van het onderzoekscentrum in Studsvik. Gösta Larson, een werknemer van een klein bedrijf dat luchtbehandelingssystemen maakt, wordt daarom gevraagd om een oplossing te vinden en hij neemt contact op met Cambridge Filter Corporation in de Verenigde Staten. Samen met Cambridge Filter slaagt Gösta Larson erin te voldoen aan de strenge eisen. Camfil AB is geboren.
De verkoop in Scandinavië groeit snel en in 1966 wordt er een verkoopkantoor voor de export opgericht om de verkoop aan Europese markten uit te kunnen breiden. Vanwege de toename van de verkoopvolumes, zet Camfil een filiaal op in Duitsland en breidt de zaken uit met behulp van agenten in Zwitserland.
Er is een constante stijging van de toepassingen van en de vraag naar luchtfilters en tijdens de zomer van 1968 verhuist Camfil naar een nieuw fabrieksgebouw in Trosa, Zweden.
In 1969 wordt besloten om onze eigen productie in Duitsland te starten. De oude kousenfabriek in Reinfeld biedt voldoende ruimte voor het opzetten van de productie van Airosolve- en Absolute-filters in 1970. Er wordt een agentschap in Zwitserland opgezet en daarmee creëert Camfil zijn tweede dochtermaatschappij, waarna er nog vele zullen volgen.
Camfil is het eerste luchtfiltratiebedrijf in Europa dat investeert in zijn eigen testbank.